Aanleiding
Net als in Nederland bestaan er sociaaleconomische gezondheidsverschillen in de regio Zuid-Holland Noord, onderdeel van de GGD regio Hollands Midden (GGD HM, 2008 en 2009). Laagopgeleiden in alle leeftijdscategorieën in Zuid-Holland Noord ervaren hun gezondheid vaker als matig tot slecht. Er is sprake van een ongezondere leefstijl dan bij mensen met een hogere SES dan met een lagere SES. Dit wordt veroorzaakt door slechte voeding, roken en overmatig alcoholgebruik. De hierboven beschreven groep maakt vaker gebruik van de gezondheidszorg, wat leidt tot hogere kosten. Deze groep wordt zonder interventie niet gezonder. Verder is een afname van sociaaleconomische gezondheidsverschillen wenselijk om maatregelen primair op de gezondheid van de armste groepen te richten.
Mensen met een uitkering volgens de wet Werk en Bijstand (WWB) vormen volgens conventionele methoden een moeilijk bereikbare doelgroep als het gaat om collectieve preventie die in de betreffende wijken wordt aangeboden. Het merendeel van deze populatie heeft lichamelijke klachten waarbij psychische problemen een grote rol spelen. De afdeling Sociale Zaken van de gemeente Leiden zal in het kader van dit project inwoners die een WWB genieten doorverwijzen naar de afdeling SMA van de GGD Hollands Midden. De verwachting is dat door een individuele benadering is het bereik en appèl groter, waardoor deelname groter wordt en uitval wordt verminderd. De gemeente stelt dat als voorwaarde voor het ontvangen van een uitkering de gezondheid en het gezondheidsgedrag aangepakt dient te worden.
Laatst bijgewerkt op 9 september 2020
Doel
Het doel van dit onderzoek is om binnen een jaar verbeteren van de leefstijl en gezondheid, gemeten aan de hand van gevalideerde vragenlijsten zoals de 4DKL, van 1000 van de 6000 cliënten met een WWB uitkering van de gemeente Leiden door hen deel te laten nemen aan het in deze aanvraag omschreven interventietraject.
Vraagstelling
Verbetert de leefstijl en gezondheid, gemeten aan de hand van gevalideerde vragenlijsten, van de participanten met een WWB uitkering door het toegepaste interventietraject?
Aanpak
De afdeling Sociale Zaken van de gemeente Leiden zal in het kader van dit project cliënten die een WWB uitkering genieten verwijzen naar de afdeling SMA van de GGD Hollands Midden. De cliënten worden na inventarisatie van (dreigende) gezondheidsproblematiek door een GGD arts geleid naar passende individuele preventieprogramma’s. Na het doorlopen van deze interventies, waar fysieke activiteit onderdeel van is, volgt in het Participatiecentrum een re-integratieprogramma van de gemeente Leiden.
Op basis van de screening door de GGD arts werd bepaald welke respondenten in de categorie ’gezond’ (volledig inzetbaar)’ vielen. Deze groep respondenten werd niet meegenomen in het verdere onderzoek. De overige respondenten werden verdeeld over drie condities. Een deel van de respondenten kreeg een bij resultaten van de screening passend interventie-aanbod (de zgn experimentele groep). Binnen deze groep kreeg een deel aanvullend een fysieke training (de zgn experimentele + fysieke training groep). De overige respondenten werden toegewezen aan de controle-conditie. Deze groep werd doorverwezen naar de huisarts en kreeg geen verder interventie-aanbod via de GGD.
Bij de screening is een zelf-rapportage vragenlijst afgenomen en zijn een aantal biomedische maten vastgesteld. Het biomedisch onderzoek omvatte een meting van gewicht, lengte, middelomtrek, systolische en diastolische bloeddruk, totaal cholesterol en HDL, en glucose. In de vragenlijst werden o.a. de volgende onderdelen bevraagd: socio-demografische variabelen, gezondheidsgedrag (roken, alcoholgebruik en lichaamsbeweging), ervaren gezondheidsbeleving (RAND36) en indicatoren voor positief en negatief affect (PANAS), self-esteem en sense of mastery.
Nametingen waren gepland na respectievelijk 3 en 6 maanden.
Looptijd
januari 2012 – april 2013
Participanten
Gemeente Leiden
GGD Hollands Midden, G.D. de Loor, contactpersoon
GGD Hollands Midden, Niek Wille, sectormanager
GGD Hollands Midden, Annemarie van Dijk, epidemioloog
Fit Invest
Thuiszorgorganisatie Marente
Zorg & Zekerheid
Universiteit Leiden/FSW, Margot van der Doef, Gezondheidspsychologie
Resultaten
Om de effecten van de interventie te bepalen was het plan om de respondenten na respectievelijk 3 en 6 maanden uit te nodigen voor een nameting. Van de deelnemers aan de screening kwam 36% voor de korte termijn-nameting. De korte termijn-nameting werd later dan gepland opgestart, waardoor deze in de praktijk voor veel respondenten 3-6 maanden, en in een aantal gevallen nog later, na de screening plaatsvond. De geringe opkomst bij de tweede nameting, waarvoor de deelnemers 3 maanden na de korte termijn-meting werden uitgenodigd, liet zien dat het doorzetten deze lange-termijn meting niet zinvol zou zijn en er is besloten deze te laten vervallen.
Vergelijking experimentele conditie zonder fysieke training (n=9) met controle conditie (n=23):
Bij de experimentele conditie zonder fysieke training blijkt de stijging in de RAND-schaal algemene gezondheidsbeleving significant sterker te zijn dan bij de controle conditie.
Vergelijking experimentele conditie met fysieke training (n=13) met controle conditie (n=23):
De verandering over tijd is significant gunstiger bij de experimentele conditie met fysieke training dan bij de controle conditie in geval van de RAND-schaal fysiek functioneren. Echter, de verandering over tijd is gunstiger voor de controle conditie in geval van de RAND schalen rolbeperkingen a.g.v. emotionele problemen en mentale gezondheid en algemene gezondheidsbeleving, en negatief affect.
Vergelijking experimentele conditie met fysieke training (n=13) met experimentele conditie zonder fysieke training (n=9):
De verandering over tijd is significant gunstiger bij de experimentele conditie met fysieke training dan bij de conditie zonder fysieke training in geval van de RAND schaal fysiek functioneren. Echter, de verandering over tijd is gunstiger voor de conditie zonder fysieke training in geval van de RAND schalen mentale gezondheid en algemene gezondheidsbeleving, positief en negatief affect en self-esteem.
Producten
Samenvatting
Laagopgeleiden in alle leeftijdscategorieën in Zuid-Holland Noord ervaren hun gezondheid vaker als matig tot slecht. Dit wordt veroorzaakt door slechte voeding, roken en overmatig alcoholgebruik. Deze groep wordt zonder interventie niet gezonder.
Het doel van dit onderzoek was om binnen een jaar de leefstijl en gezondheid van 1000 van de 6000 cliënten met een WWB uitkering van de gemeente Leiden te verbeteren door hen deel te laten nemen aan een interventietraject.
Aan het project hebben in totaal 226 personen deelgenomen, waarvan 45 aan de inclusiecriteria voldeed én meedeed aan de nameting. Participanten werden onderverdeeld over drie condities: de experimentele groep zonder fysieke training, de experimentele groep met fysieke training en de contolegroep. Over de effecten van de interventies zijn uiteindelijk geen harde conclusies te trekken door het geringe aantal respondenten, maar er lijkt een gunstig effect te zijn op ervaren gezondheidsbeleving, HDL en de ratio cholesterol/HDL.