Aandachtsgebieden > Infectieziektebestrijding > Onderzoek
Aanleiding
SOA-centra hebben als Regionale Centra voor Seksuele Gezondheid niet alleen de taak om monitoring van de eigen consulten uit te voeren, maar ook om inzicht te bieden in de verspreiding van SOA in de regio. Regionale surveillance helpt om beter inzicht te krijgen in incidentie en identificatie van risicogroepen en kan leiden tot meer gerichte preventie. Verder zijn de meeste SOA’s niet meer meldingsplichtig, waardoor het SOA-centrum via die route geen informatie meer verkrijgt.
Doel
Het doel van het onderzoek is om inzicht te verkrijgen in verspreiding van SOA’s in de regio.
Een eerste pilotonderzoek heeft als doel om de haalbaarheid te onderzoeken aan de hand van een inventarisatie van gonorroe-diagnostiek bij inwoners van de stad Den Haag (afgerond).
Een tweede onderzoek heeft een vergelijkbaar doel voor de regio Kennemerland.
Vraagstelling
Is het mogelijk om op basis van laboratoriumgegevens een beter inzicht te krijgen in de verspreiding van SOA’s in de regio?
Zijn medisch-microbiologische laboratoria bereid en in staat nuttige gegevens aan te leveren om inzicht te geven in de verspreiding van SOA’s onder inwoners van de regio, zoals die zich presenteren in de eerste en tweede lijn?
Verschaft de analyse van de gegevens het SOA centrum bruikbare nieuwe inzichten?
Aanpak
Het Haagse onderzoek werd uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoeker uit het LUMC (MK) in oktober en november 2012. Vier laboratoria die verantwoordelijk zijn voor de microbiologische diagnostiek van GO voor huisartsen en specialisten in de stad Den Haag werden benaderd voor medewerking.
De stad Den Haag ligt in postcodegebied 2500-2599. Alleen patiënten met een postcode beginnend met 25 werden geïncludeerd. Per ziekte-episode werd een patiënt één keer geïncludeerd. Een ziekte-episode werd gedefinieerd als 3 weken vanaf de eerste positieve test (2;3). Wanneer een patiënt op meerdere lichaamslocaties positief was, werd slechts één locatie meegeteld. Aan de laboratoria werd gevraagd om toe te lichten welke diagnostische methodes werden gebruikt. Dit onderzoeksvoorstel is voorgelegd aan de Commissie Medische Ethiek van het LUMC. Er is een Verklaring van geen bezwaar afgegeven.
Het onderzoek voor de regio Kennemerland wordt uitgevoerd door een onderzoeker van de GGD Kennemerland (DO) in 2015. Ook dit onderzoeksvoorstel is voorgelegd aan de Commissie Medische Ethiek van het LUMC met de vraag of een Verklaring van geen bezwaar afgegeven kan worden.
Looptijd
De inventarisatieperiode van het Haagse onderzoek liep van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. De inventarisatieperiode van het onderzoek in Kennemerland liep van 01-01-2013 tot en met 31-12-2014.
Participanten
Opdrachtgever van het Haagse GO-onderzoek was SOA-centrum Haaglanden (David Spitaels, Jean-Marie Brand, Eric de Coster). Uitvoerder was AWPG-NZH (Marjolein Knoester KML/LUMC, onder begeleiding van Sandra Bernards KML/LUMC, en Jim van Steenbergen INZI/LUMC) met actieve medewerking van
- Medisch Centrum Haaglanden (Casper Jansen, Johan Mutsaers, Paul Oostvogel)
- Haga Ziekenhuis (Erika van Elzakker)
- Bronovo Ziekenhuis (Maurine Leversteijn-van Hall)
- Stichting Huisartsen Laboratorium Etten-Leur (Ann Demeulemeester)
De opdrachtgever van het onderzoek in Kennemerland is het SOA-cenctrum Kennemerland (). Uitvoerder is AWPG-NZH (Daisy Ooms, GGD, onder begeleiding van Dick van Veenendaal, Streeklaboratorium Kennmerland en Jim van Steenbergen INZI/LUMC) met actieve medewerking van
- Sjoerd Euser, epidemioloog Streeklaboratorium Kennemerland
Resultaten
Den Haag
De resultaten van het Haagse GO-onderzoek laten zien dat de diagnose gonorroe in 2011 via verschillende laboratoria in de stad Den Haag 478 keer werd gesteld. Het percentage testpositieven bedroeg hiermee 2%.
Zowel huisartsen, specialisten, als het SOA-centrum leverden een grote bijdrage aan deze diagnostiek, waarbij het percentage testpositieven hoger lag bij patiënten die getest werden door het SOA-centrum dan door een huisarts (3.4% versus 1.5%).
De verspreiding van gonorroe in Den Haag concentreerde zich grotendeels in wijken met inwoners met een hogere achterstandscore. Toekomstige preventieve maatregelen kunnen op deze wijken worden toegespitst.
Voor toekomstige surveillance is het van belang postcodes te registeren.
Kennemerland
De resultaten van het onderzoek in Kennemerland laten zien dat drie procent van de inwoners in de regio zich liet testen op een soa: van deze diagnostiek werd 20% uitgevoerd door de soa-polikliniek van de GGD Kennemerland, met een stijging ten koste van het aandeel van de huisartsen tussen 2013 en 2014. Het vindpercentage van de GGD (15,0%) was hoger dan dat van de andere zorgverleners (gemiddeld 6,2%).
Daarnaast werd een significant verband aangetoond tussen de reisafstand tot de dichtstbijzijnde GGD soa-polikliniek en de proportie jongeren (15-25 jaar) dat zich bij de GGD soa-polikliniek, dan wel huisarts laat testen.
Producten
De producten van het onderzoek in Den Haag zijn een eindverslag (Marjolein Knoester) en een publicatie in Tijdschrift voor Infectieziekten (David Spitaels et al.).
De producten van het onderzoek in Kennemerland zijn een artikel (Daisy Ooms et al.) en een poster (Daisy Ooms et al.).
Samenvatting
In Den Haag werd door middel van retrospectief cohortonderzoek onderzocht of een niet meldingsplichtige ziekte in kaart gebracht kan worden door samenwerking van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst met medisch microbiologische laboratoria.
De incidentie en het vindpercentage van gonorroe in Den Haag werden berekend door data van vier laboratoria te combineren, die microbiologische diagnostiek verrichtten bij inwoners van de gemeente Den Haag.
Geconcludeerd werd dat huisartsen en het Regionaal soa-centrum Den Haag een vergelijkbare bijdrage leveren in labaanvragen voor gonorroe. Postcodes kunnen gebruikt worden om gonorroe in kaart te brengen en zo mogelijk nieuwe handvatten voor preventie bieden.
In de regio Kennemerland werd door middel van koppeling van een geanonimiseerd databestand met alle in 2013-2014 uitgevoerde soa-diagnostiek met google maps en het Geografisch Informatie Systeem van het RIVM reisafstanden berekend.
Geconcludeerd werd dat een kortere reisafstand tot de GGD soa-polikliniek drempelverlagend lijkt te werken voor jongeren die zich willen laten testen op soa. De gevonden afname van soa-zorg door de huisarts ten faveure van de GGD is niet wenselijk. Alvorens beleidsbeslissingen te nemen over het openen of sluiten van GGD spreekuurlocaties is meer 45 onderzoek nodig om inzicht te krijgen in factoren die jongeren meewegen in de keuze om hun huisarts of de GGD soa-polikliniek te bezoeken.