Aandachtsgebieden > Jeugdgezondheidszorg > Onderzoek
Aanleiding
Diabetes type 2 en hart- en vaatziekten komen bij Hindoestanen (mensen van oorspronkelijk Zuid-Aziatische afkomst) veel vaker voor dan bij andere etnische groepen.
Dit komt doordat Hindoestanen een slankere lichaamsbouw met een grotere vetmassa en een kleinere spiermassa hebben dan andere etnische groepen. De algemene BMI-grenswaarden zijn daarom voor hen niet van toepassing: voor volwassen Hindoestanen zijn de BMI-afkappunten (om overgewicht te bepalen) al naar beneden bijgesteld.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ook kinderen van Zuid-Aziatische herkomst al meer insuline resistent zijn en een hogere gemiddelde bloeddruk te hebben dan kinderen uit andere etnische groepen.
Het is dus nodig om groeistandaarden te ontwikkelen voor kinderen van Surinaams-Hindoestaanse afkomst en om voor hen de relatie met risicofactoren voor hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 te bepalen.
Laatst bijgewerkt 18 februari 2022
Doel
Het eerste doel was om epidemiologisch bewijs te vinden dat de hypothese ondersteunt dat welvarende Hindoestaanse kinderen in een westers land (Nederland) lichter en korter zijn dan kinderen uit andere etnische groepen. Het tweede doel was om lengte-naar-leeftijd (0-20 jaar) en BMI-naar-leeftijd curven (0-18 jaar), inclusief BMI-afkappunten, te ontwikkelen specifiek voor Hindoestaanse kinderen.
Deze studie is GANESH genoemd, wat een acronym is dat staat voor ‘Growth in south Asians in the NEtherlands and Subsequent Health.
Vraagstelling
Wat is een ‘normale’ lengte en BMI voor Hindostaanse kinderen, in vergelijking met andere etnische groepen?
Wat is een normaal (geboorte)gewicht voor Hindostaanse kinderen?
Is het geboortegewicht en de prevalentie van laag geboortegewicht en dysmaturiteit in de afgelopen 35 jaar veranderd?
Hoe zien Hindostaanse groeicurven (lengte-naar-leeftijd, BMI-naar-leeftijd e.a.) er uit?
Hoe verhouden die zich tot universele groeicurven, o.a. van WHO?
Aanpak
Voor gewicht en BMI zijn historische groeigegevens gebruikt van een geboortecohort (1974-1976) van 1078 Hindoestaanse kinderen, met in totaal 7377 metingen; voor lengtegroei is in 2009-2010 een dwarsdoorsnede gedaan onder Hindoestaanse kinderen van 0-20 jaar, met in totaal 6876 lengtemetingen.
De groeicurven zijn gemodelleerd met de LMS methode, de methode die momenteel wereldwijd de standaard is voor het maken van groeicurven.
Looptijd
September 2008-februari 2015
Participanten
GGD Haaglanden/JGZ, Jeroen de Wilde, jeugdarts-onderzoeker contactpersoon
LUMC/PHEG, Prof. dr. Barend Middelkoop, hoogleraar Public Health en epidemioloog
TNO, Prof. dr. Stef van Buuren, statisticus
TNO, Dr. Paula van Dommelen, statisticus
Contactpersoon:
Dr. Jeroen A. de Wilde, jeugdarts-onderzoeker GGD Haaglanden/ Jeugdgezondheidszorg
E: jeroen.dewilde@denhaag.nl
T: 0707526506
Resultaten
De onderzoeken laten zien dat Hindoestaanse kinderen gemiddeld lichter en korter zijn dan kinderen uit andere etnische groepen. Het gemiddelde geboortegewicht van Hindoestaanse baby’s is ongeveer 450 gram minder dan van kinderen van Nederlandse afkomst en dit is onveranderd gebleven gedurende 35 jaar. Een laag geboortegewicht en dysmaturiteit kwamen drie keer vaker voor dan bij kinderen van Nederlandse herkomst, wanneer deze cijfers bepaald werden met universele normen. Bij toepassing van etnisch specifieke normen verschilden de cijfers niet statistisch significant.
Bij kinderen van 3-15 jaar komt ondergewicht disproportioneel veel voor en overgewicht relatief weinig wanneer universele BMI-afkappunten worden gebruikt. Daarnaast zijn Hindoestaanse kinderen minder lang dan veel andere etnische groepen en zijn er aanwijzingen voor een aanzienlijk vroegere puberteitsontwikkeling dan bij Nederlandse kinderen.
Toepassing van de lengtegroeicurven en Hindoestaanse BMI-afkappunten leidt naar verwachting tot een betere beoordeling van de lengte en voedingstoestand (ondergewicht, overgewicht) bij deze groep. Zo zullen ze minder vaak als ‘te licht’ worden beoordeeld. Overgewicht zal vaker worden geconstateerd waardoor al vroegtijdig (preventieve) interventies kunnen worden ingezet.
Producten
- De Wilde JA, Middelkoop BJ. Gezondheidsrisico’s inschatten bij kinderen van Hindostaanse afkomst. Een eerste validatie van de nieuwe BMI-curven. Epidemiologisch Bulletin GGD Haaglanden 2016, nr 1.
- De Wilde JA, van Dommelen P, van Buuren S, Middelkoop BJ. Height of South Asian children in the Netherlands aged 0-20 years: secular trends and comparisons with current Asian Indian, Dutch and WHO references. Annals of Human Biology, 2015.
- De Wilde JA, Verkerk PH, Middelkoop BJ. Declining and stabilising trends in prevalence of overweight and obesity in Dutch, Turkish, Moroccan and South Asian children 3-16 years of age between 1999 and 2011 in the Netherlands. Archives of Disease in Childhood, 2014.
- De Wilde JA, Verkerk, PH, Middelkoop, BJC. Aantal te dikke kinderen neemt langzaam af. Ned Tijdschr Geneesk 2014.
- De Wilde JA, Van Dommelen P, Middelkoop BJC, Verkerk PH. Trends in overweight and obesity prevalence in Dutch, Turkish, Moroccan and Surinamese South Asian children in the Netherlands. Archives of Disease in Childhood, 2009.
- Does one size fit all? The case for ethnic specific standards to assess growth in South Asian children.
Samenvatting
Het eerste doel was om epidemiologisch bewijs te vinden dat de hypothese ondersteunt dat welvarende Hindoestaanse kinderen in een westers land (Nederland) lichter en korter zijn dan kinderen uit andere etnische groepen. Het tweede doel was om lengte-naar-leeftijd (0-20 jaar) en BMI-naar-leeftijd curven (0-18 jaar), inclusief BMI-afkappunten, te ontwikkelen specifiek voor Hindoestaanse kinderen.
Voor gewicht en BMI zijn historische groeigegevens gebruikt van een geboortecohort (1974-1976) van 1078 Hindoestaanse kinderen, met in totaal 7377 metingen; voor lengtegroei is in 2009-2010 een dwarsdoorsnede gedaan onder Hindoestaanse kinderen van 0-20 jaar, met in totaal 6876 lengtemetingen.
De onderzoeken laten zien dat Hindoestaanse kinderen gemiddeld lichter en korter zijn dan kinderen uit andere etnische groepen. Een laag geboortegewicht en dysmaturiteit kwamen drie keer vaker voor dan bij kinderen van Nederlandse herkomst, wanneer deze cijfers bepaald werden met universele normen.
Uiteindelijk vond dit onderzoek specifieke BMI-afkappunten voor het bepalen van overgewicht en obesitas bij Hindoestaanse kinderen (15 kg/m2 op 18-jarige leeftijd). Verwacht wordt dat deze Hindostaanse BMI afkappunten de specifieke lichaamssamenstelling van Hindoestanen beter representeren. De toepassing ervan zal naar verwachting leiden tot een betere beoordeling van de voedingstoestand bij deze groep, ten minste in Nederland en mogelijk ook in andere welvarende landen. Vanwege de vroegere opsporing van overgewicht kan het daarnaast mogelijk bijdragen aan de preventie van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.