Aandachtsgebieden > Jeugdgezondheidszorg > Onderzoek
Aanleiding
Op 1 januari 2014 fuseren de huidige gemeenten Boskoop, Rijnwoude en Alphen aan den Rijn tot de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn. Bij de harmonisatie van het VVE-beleid bleek dat de wijze van indicatiestelling en verwijzing in de drie huidige gemeenten van elkaar verschillen.
De nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn streeft samen met JGZ van GGD Hollands Midden naar kwalitatief goede, uniforme en efficiënte signalering, toeleiding en monitoring van VVE-kinderen. De gemeente spendeert (veel) geld aan VVE. Uniformering van de toeleiding verhoogt de efficiëntie van VVE waardoor gemeentelijke middelen doelmatiger kunnen worden ingezet en doelstellingen van de gemeenten beter kunnen worden gehaald.
Daarnaast zijn er signalen uit de praktijk dat niet álle kinderen die naar VVE gestuurd worden ook echt baat hebben bij deze vorm van educatie. VVE is bedoeld voor kinderen met een blootstellingsachterstand, dat wil zeggen dat zij onvoldoende of niet in aanraking komen met de Nederlandse taal. Momenteel worden echter ook kinderen naar de VVE gestuurd die andere problemen hebben, die niet (alleen) kunnen worden opgelost door het aanbieden van VVE. Daarnaast worden kinderen aangemeld die geen taalachterstand hebben.
Doel
Jeugdartsen en -verpleegkundigen in de jeugdgezondheidszorg hebben daarmee een belangrijke rol in het signaleren van taalachterstanden en de doorverwijzing naar VVE. Inzicht in hun huidige kennis(behoefte) en werkwijze is nodig, zodat specifieke bijscholing en het ontwikkelen van lokale protocollen kunnen leiden tot een optimale toeleiding tot de VVE. TNO, afdeling Child Health (Leiden), Hogeschool Utrecht en GGD Hollands Midden hebben hiertoe in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn een peiling uitgevoerd naar de kennisbehoefte van deze professionals. Cofinanciering voor het project is verkregen via de AWPG NZH.
Vraagstelling
De volgende vragen werden in het onderzoek beantwoord:
- Wat is de kennisbehoefte bij professionals om een blootstellings(taal)achterstand adequaat te kunnen signaleren en door te kunnen verwijzen naar VVE?
- Hoe vindt verwijzing naar VVE binnen de regio plaats? Wat zijn verschillen en wat zijn overeenkomsten?
Aanpak
Online vragenlijstonderzoek onder artsen en verpleegkundigen in de 0-4 jarigen zorg, werkzaam bij GGD Hollands Midden (regio Leiden en Gouda)
Looptijd
1 november 2013 tot 1 juni 2014
Participanten
TNO/Child Health, Caren Lanting, arts-epidemioloog, projectleider, contactpersoon
GGD Hollands Midden, Marjolijn van Ommeren, staflogopedist regio Zuid-Holland Noord
GGD Hollands Midden, Fieke Bregman, staflogopedist, regio Midden-Holland
Gemeente Gouda, Suzanne Hogendoorn, VVE-coördinator
Gemeente Alphen aan den Rijn, Claire Vromans, beleidsmedewerker maatschappelijke ontwikkelingen
Hogeschool Utrecht, Ellen Gerrits, lector logopedie
Resultaten
Van 99 van de 158 professionals (62%) is een ingevulde vragenlijst ontvangen. De basiskennis omtrent meertaligheid van de respondenten lijkt voldoende, maar kennis over normale taalverwerving verdient versterking. Een ruime meerderheid van de professionals is op de hoogte van een aantal goede taaladviezen. De Werkinstructie JGZ / VVE is maar bij een krappe meerderheid (60%) van de respondenten bekend. De doelgroep van de VVE, criteria voor verwijzing naar de VVE en mogelijkheden voor taaldiagnostiek zijn niet altijd duidelijk. Professionals geven aan behoefte te hebben aan bijscholing en aan extra ondersteuning bij taalscreening. Professionals geven verder aan voor individuele gevallen graag een logopedist te kunnen raadplegen.
Producten
Peiling van de kennisbehoefte bij JGZ-professionals omtrent taalachterstand en toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie (Samenvatting) (PDF)
Peiling van de kennisbehoefte bij JGZ-professionals omtrent taalachterstand en toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie (Factsheet) (PDF)
Samenvatting
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is onderwijs voor peuters en kleuters met een taalachterstand, zodat peuters een goede start kunnen maken op de basisschool en kleuters voorbereid zijn op leren lezen in groep 3. Het doel van dit onderzoek was inzicht krijgen in de huidige werkwijze, zodat specifieke bijscholing en het ontwikkelen van lokale protocollen kunnen leiden tot een optimale toeleiding tot de VVE. Voorschoolse educatie voor peuters van 2,5 en 3 jaar vindt plaats op de peuterschool of de kinderopvang. Gemeenten zijn verplicht voldoende voorschoolse educatie van goede kwaliteit te realiseren en zij stellen de criteria op voor toeleiding naar de VVE. Vroegschoolse educatie wordt gegeven in groep 1 en 2 van de basisschool. Voor vroegschoolse educatie zijn basisscholen verantwoordelijk. In de meeste gemeenten voeren professionals in de JGZ het beleid uit en verwijzen naar VVE.